De kredietcrisis, het denken en het theater
De kredietcrisis, het denken en het theater
Berthe Spoelstra
Frascati
riep in maart 2009 de crisis uit. Tien avonden kruisbestuiving tussen kunst,
wetenschap, politiek en filosofie, met meer dan zestig verschillende
programmaonderdelen. Een crisislaboratorium in beweging waar gedachten over
geloof en ongeloof, vertrouwen en het gebrek daaraan met het publiek werden
gedeeld. Tien avonden lang was Frascati WG een openbare denkpiste voor een
actueel maatschappelijk vraagstuk.
gepubliceerd in Frascati Magazine najaar 2009
Twee crises
Het jaar 2009 begon met een gebroken knieschijf van een danser/choreograaf, een ernstige ziekte en een planningsfout van een theatermaker die zou gaan werken bij Frascati Producties. Natuurlijk was alle rampspoed erger voor de betrokken theatermakers, maar theater Frascati WG stond ineens de hele maand maart 2009 leeg.
Niet alleen een deel van onze theatermakers moest het hoofd bieden aan serieuze problemen. De wereld om hen heen ook. Al sinds de zomer van 2007 berichtten de kranten steeds frequenter over problemen in de financiële sector. En in het najaar van 2008 kwam de escalatie: het wereldwijde financiële systeem dreigde vast te lopen door een bevriezen van de interbancaire geldmarkt. De aandelenmarkten kelderden, banken vielen om, regeringen stelden noodregelingen in, woorden als bedrog, hebzucht en verantwoordelijkheid waren niet langer het exclusieve domein van softe onheilspredikers. Vanaf oktober 2008 domineerde 'de kredietcrisis' dagelijks het nieuws.
Een leeg, maar verwachtingsvol theater en een overvolle, zich doldraaiende wereld 'daarbuiten'. Twee verschillende soorten crises - een persoonlijke en een maatschappelijk-economische - dienden zich tegelijkertijd aan. Het was onvermijdelijk: Frascati WG zou een maand lang crisislaboratorium in beweging zijn.
We vroegen een groot aantal theatermakers, kunstenaars, journalisten, schrijvers en wetenschappers zich uit te spreken over de economische crisis. De centrale vraag: is er sprake van een hysterische hype of is dit het beginpunt van een serieuze maatschappelijke omslag? De 'kredietcrisis' diende zo als vliegwiel om de stand van het gewas in de samenleving te peilen. Als vorm kozen we tien avonden met daarin een veelheid aan voorstellingen, vlugschriften, performances, documentaires, muziek, lezingen en debat. Het motto: wie neemt de verantwoordelijkheid voor onze toekomst als we het zelf niet doen?
Tien avonden, zestig onderdelen
De eerste stap om te zorgen dat de avonden niet vrijblijvend volgestouwd zouden worden met losse onderdelen, was een thematische indeling. We openden op vrijdag 13 maart 2009 met The great public sale over de waarde van het idee. Daarna volgde Crisis voor beginners: een stoomcursus. Op woensdag 18 maart luidde de titel Onderhuids; een avond waarin onder meer Wouter Hillaert zich boog over de onderstromingen die wellicht aan de crisis vooraf zijn gegaan, of sentimenten die voortdurend op emotioneel niveau een stem laten horen. Op donderdag 19 maart was de overkoepelende titel Strategieën van de kunstenaar en sprak Chris Keulemans samen met Yosi Wanunu (Toxic Dreams, Wenen), Judith Wilske (theatermaker en econoom, Hamburg) en Lotte van den Berg (Omsk, Dordrecht) over de vraag hoe je je als kunstenaar tot de crisis zou kunnen verhouden. Zou kunst daadwerkelijk een rol kunnen spelen in het begrijpen van een economische crisis? Maar ook titels als Schaarste en overvloed (woensdag 25 maart) en De kansen van de crisis (donderdag 26 maart) bleken een goede focus op te leveren.
Detail theaterzaal Frascati WG. Foto: Wikke en Marloes
De tweede stap was het kiezen van een instrument om de klassieke 'bonte avond' te kunnen ontstijgen, was ons verzoek aan dramaturg Dennis Molendijk om de rol van gastheer op zich te nemen. Onze metafoor: Frascati WG de beursvloer, het hardop denken over 'de crisis' de handelswaar en Molendijk de toezichthouder. Op de avonden zelf was hij op bescheiden, maar kraakheldere wijze de moderator en via zijn bijdragen aan een speciale weblog plaatste hij de afzonderlijke activiteiten telkens in een breder kader. In deze Volume nemen we één van zijn verslagen integraal op: het verslag van zaterdag 28 maart met de titel Morgen is alles anders.
Een mooi voorbeeld van het bredere perspectief dat Molendijk als toezichthouder op de vloer van Frascati's crisislaboratorium bood, was te lezen na de tweede avond (de bijdrage van zaterdag 14 maart). Molendijk reflecteerde op het debat Crisis voor beginners; een crisiscollege onder leiding van Chris Keulemans met Kees Vendrik (Tweede Kamerlid GroenLinks), Willem Middelkoop (ondernemer en financieel journalist, voorheen RTL Z Nieuws) en Egbert Kalse (financieel redacteur NRC). Op deze avond vroegen kunstenaars en publiek aan het panel van kenners wat zij altijd al hadden willen weten, maar nooit durfden te vragen. Dennis Molendijk schreef:
"Ik laat me graag meeslepen op zo'n avond. Via een grote trechter duik ik gedurende het debat de diepte in. Wanneer je later weer probeert afstand te nemen valt een aantal zaken op. Alle drie de heren waren uitermate op hun gemak en voelden zich vrij om zonder belemmeringen te spreken. Dat maakte het debat lekker dynamisch en inhoudelijk relevant. Maar hoe zit het eigenlijk met de achterliggende belangen? Een politicus mag per definitie niet zijn geloof verliezen, anders verliest hij zijn (persoonlijke) legitimiteit. En goud- en zilverondernemer Willem Middelkoop is natuurlijk zelf als eerste gebaat bij grote onrust."
Ook het publiek legde dwarsverbanden. Een opvallend aantal bezoekers was meerdere avonden achtereen in Frascati WG. Ook zij zorgden door hun openbare reacties voor samenhang, voor een 'doorgaand gesprek' dat tien avonden duurde.
De laatste stap, een zeer zichtbare factor die de avonden onderling met elkaar in verband bracht, was de vormgeving van het theater. Wikke van Houwelingen en Marloes van der Hoek gingen gretig in op het verzoek om Frascati WG om te bouwen tot een warroom. Zij maakten een crisiscentrum van de kunsten dat dagelijks aangroeide met citaten uit voorstellingen en debat van voorgaande avonden en recente krantenberichten. In die omgeving werd de snaar van het maatschappelijk belang bijna als vanzelf steeds strakker aangetrokken.
Tien avonden de tijd nemen voor één onderwerp, bood de kans veel verschillende invalshoeken te kiezen. Dennis Molendijk beschreef de avonden als een vorm van gezamenlijk 'onder water kijken'. Zoals in de eerste tekstverwerkingsprogramma's het 'onderwaterscherm' (was het shift F7?) zicht gaf op de verborgen codes in een tekstdocument, zo boden deze avonden een blik op dieper liggende structuren. Ze gaven daarmee een aanzet voor een antwoord op de vraag: 'wat is er eigenlijk écht aan de hand?'
Schroom
Ondanks het belang dat wij aan ons idee hechtten, overheerste aanvankelijk toch schroom. Bij onszelf, maar ook bij sommige anderen. Stond niet dagelijks de wereld in brand? Was oorlog, honger en financiële nood niet dagelijks realiteit - alleen niet bij ons in de polder? Mochten wij dit probleem - en daarmee onszelf - wel zo centraal stellen?
Deze aarzeling bleek gaandeweg onterecht. Voor vrijwel iedereen bleek het theater een 'open' ruimte, een plaats waar je niet in wantrouwen over je schouder hoefde te kijken. Een plaats waar iedereen accepteerde dat een pamflet of een performance een tijdelijke uitspraak was: een bijdrage aan een algemeen gedachtegoed. Het theater is geen nieuwsrubriek op televisie, het is niet de krant. Het theater van Frascati WG was gedurende tien avonden een plaats voor vertouwen en geloof. En tegelijk werd het een plek waar satire aanscherpt en denkpistes niet recht hoeven zijn. Alle aanwezigen accepteerden dat een context 'met een korte golfslag' zowel tijdelijk als oprecht kan zijn. Of zoals crisisverslaggever Dennis Molendijk het formuleerde:
"De economie is, net als theater, een spel. Zij functioneert als de spelers zich aan de regels houden en het spel vol geloof en in goed vertrouwen spelen. Anders dan de economie functioneert goed theater vaak juist op het moment dat de regels overtreden, veranderd en blootgelegd worden, op momenten dat niet meer duidelijk is wat je moet geloven en waar je op kan vertrouwen."
Geloof en vertrouwen
Veel van de performances tijdens Crisis in Frascati speelden met zowel de verwantschap als de tegenstelling tussen economie en theater. Zo paste Sarah Vanhee in The Great Public Sale of Ideas de regels van de markt toe op artistieke ideeën. Dertig concepten, wilde plannen of nooit gebruikte scènes werden geveild. Topstuk van de avond was een idee voor een real life treinramp als performance met alle ingrediënten die vandaag de dag waarde vertegenwoordigen: echte slachtoffers, voyeurisme, sensatie, spektakel en gegarandeerde aandacht van de media. Het was een echte veiling, waarbij gehandeld werd in de fictieve munteenheid Creative Currency. Maar aan het einde van de avond werd alles naar euro's teruggerekend en de kunstenaars contant uitbetaald. De kersverse eigenaren toonden elkaar aan onze bar-met-bodemprijzen trots hun bezit: de koopakte van een idee.
Andere performances onderwierpen juist hét icoon van de economie - geld - aan de grillige spelregels van het theater. Het Sloveense gezelschap Via Negativa (SL) liet entreegeld van bezoekers in diverse lichaamsopeningen verdwijnen. Incasso was een stevig statement over de complexe relatie tussen mens en geld in een wereld die wordt gedomineerd door hebzucht. Frascati's Collectief White Horse (NL/DU/CH) maakte speciaal voor Crisis is Frascati een afscheidsceremonie voor de hedendaagse markteconomie, compleet met kleingesneden en ritueel gefrituurde eurobiljetten als hosties voor het publiek, terwijl ze murmelden: 'Receive the body of Crisis...' En Henrique Neves (PT) consumeerde in SMIRNOFF un-ltd achter elkaar alle eet- en drinkbare producten uit de top-100 van wereldmerken.
Ramzi Saouma belegde op ons verzoek de dagelijkse entree inkomsten - 10 euro per bezoeker per avond - fictief in het Frascati Investment Fund. De jonge Iraniër Saouma werkt als money market trader voor ABN AMRO en rapporteerde ons - onbezoldigd - iedere dag over deze fictieve beursgang. We gaven Saouma de opdracht mee zo risicovol mogelijk te beleggen, om in het theater te kunnen aantonen wat geld op de beurs nu echt doet en wanneer het nu precies 'verdampt'.
Fictief of niet, de goudkoorts kreeg de doorgewinterde crisisbezoeker in zijn greep: hoe roekeloos Saouma ook belegde, het Frascati Investment Fund groeide als kool. In drie weken tijd verdubbelde hij onze entree-inkomsten. Waar was die crisis nu, vroeg het publiek zich hardop af. 'Don't try this at home!' bleef Saouma waarschuwen en toverde een adembenemende 'gap between real and surreal' tevoorschijn: het besef dat het in een financiële crisis weinig uitmaakt of het geld echt is of fictief. Belangrijk is of je er in gelooft. Of niet.
Blik in de werkelijkheid
Verschillende schrijvers en regisseurs beantwoordden onze uitnodiging met een korte theatertekst, of met een fragment uit de werkelijkheid, in het theater ontdaan van alle ruis. Zo ensceneerde Jeroen van den Berg een interview uit de Volkskrant met Nina Brink en Pieter Storms: een huiveringwekkend gesprek over luxe en 'poverty'. Jan Kruit en Khaldoun Elmecky speelden op initiatief van Marijke Schermer letterlijk interviews na uit de televisierubriek De wereld Draait Door. Net als bij Brink en Storms werden ook de woorden van ING directeur Nick Jue en presentator Matthijs van Nieuwkerk, in een theatrale context geplaatst, hilarisch nietszeggend. Woorden van mensen die de eigen verantwoordelijkheid zouden moeten erkennen, maar niets doen dan om de hete brij heen draaien. Het waren twee fraaie staaltjes van 'onder water kijken'.
Ook andere hoofdrolspelers in de economische crisis kregen een theatrale stem: in Oog van de storm speelde Jappe Claes de Centrale Bankier in een monoloog geschreven door tweede Kamerlid Kees Vendrik. De monoloog eindigde met de volgende woorden, gefluisterd in de telefoon:
CB: Nee, met mij.
Ja sorry.
Kun jij even naar de pinautomaat lopen en zoveel mogelijk geld uit de muur halen? Nee nu!
Nee ... Niet je moeder bellen.
Doe wat ik je vraag.
Mijn creditcard ligt eh... boven op de afzuigkap.
Denk ik.
Directeur Mediafonds Hans Maarten van den Brink schreef en speelde een wereldleider (losjes gemodelleerd naar Barack Obama) die het spoor - en daarmee het vertrouwen van het electoraat - kwijt raakt zodra zijn autocue hapert. Jaap Spijkers speelde huiveringwekkend geloofwaardig de kille twijfel van de topbankier in de monoloog Mea Culpa van bestsellerauteur Jeroen Smit. Collectief Wunderbaum gaf een lezing van Eindhoven de gekste, gebaseerd op interviews met mensen aan 'de andere kant van het sociaal-economisch spectrum', in dit geval mensen die in de schuldsanering zitten. Schitterend poëtisch en vol levenswijsheid was de voordracht door Lex Bohlmeijer van fragmenten uit een interview met een griendsnoeier uit de Betuwe; een man die ook de crisis van de jaren dertig meemaakte.
Schaarste en overvloed
Eén van de meest opwindende avonden vond plaats op woensdag 25 maart rondom het thema Schaarste en overvloed. Filosoof Karim Benammar gaf een college over de paradox dat we, naarmate we rijker worden, minder van onze rijkdom genieten. We voelen ons schuldig omdat we olievoorraden opmaken, de natuur vernietigen en de Derde Wereld aan haar lot overlaten. Doorgaans trekken we hieruit een verkeerde conclusie: alles van waarde is schaars, we moeten dus zuinig aan doen. Maar 'consuminderen' is niet de oplossing volgens Benammar. We moeten juist leren beter te verspillen. Verspilling en overdaad zijn allebei motor van het leven. Het is slechts zaak ze op een juiste manier te leren gebruiken.
Op dezelfde avond koos Marjolijn van Heemstra een hele andere invalshoek. Samen met Keez Duijves ontwikkelde zij de Flexopinion: een (ficitieve?) machine die de duurzaamheid van onze woorden test. Van Heemstra's stelling: alles wordt minder, alles wordt schaarser, dus ook onze woorden. Hardop vroeg zij zich af welk effect de crisis heeft op onze taal. Zullen we schrappen wat overbodig is, of moeten woorden juist dubbelzinniger worden? De Flexopinion bood een applicatie voor de computer, waarmee met een minimum aan woorden en met slechts één druk op een knop elke gewenste opinie, van politiek extreem links tot uiterst rechts en alles daartussenin, kan worden geformuleerd. De Flexopinion was één van de hoogtepunten in tien avonden Crisis in Frascati: een lichtvoetige column, maar tegelijk vlijmscherpe maatschappijkritiek.
Het waren tien avonden vol tegenstellingen: schaarste versus overvloed; geloof versus ongeloof; vertrouwen versus angst; zichtbaar versus onzichtbaar; echt of onecht. Zo deden Vít Klusák en Filip Remunda in hun documentaire Czech dream (CZ) verslag van een kunstproject rond een nieuwe Tsjechische supermarkt die bij opening slechts bleek te bestaan uit een reusachtige voorgevel in een verder akelig leeg veld. De hebzucht (of het verlangen?) van de Tsjechen die massaal op de aanbiedingen waren afgekomen, was echt. En dat gold ook voor de gretigheid van de bureaus die bereid waren geweest een fictieve reclamecampagne te lanceren, tot en met echte folders in alle metro's aan toe.
Invoelbaar
Redacteur en plaatsvervangend chef opinie van NRC Handelsblad Ingmar Vriesema beschreef in zijn gesproken column GOODBYE 9/11 hoe moeizaam het is voor de generatie van de overvloed en de onbegrensde mogelijkheden de crisis invoelbaar en dus écht te maken:
"Waar 11 september uitblonk doordat het een extreem mediagenieke, makkelijk te begrijpen ramp was, zo blinkt de crisis uit door zijn moeilijkheidsgraad en gebrek aan charisma. Het maakt indruk, dat zeker, maar niet op de 11 septembermanier. Meer zoals het nieuws dat een meteoriet bijna onze aarde heeft geraakt. Wow, denk je dan, maar je voelt er niks bij. (...)De crisis is dus ontzettend ingewikkeld, en abstract, en hij duurt zo lang. Hij raakt ons niet in onze maag, maar zit ergens in ons hoofd. En juist daarom leeft hij nog niet echt."
Andcompany&Co (DE), een van de belangrijkste nieuwe gezelschappen uit Berlijn, koos ook voor de persoonlijke invalshoek. Nicola Nord, Alexander Karschnia en Sascha Sulimma die opgroeiden in het communistische Oost-Duitsland en maakten speciaal voor dit crisisprogramma een aanstekelijke, muzikale lecture-performance over een tijd waarin er nog een redelijk alternatief leek te zijn voor de zichzelf doldraaiende markteconomie.
Vriesema en Andcompany&Co stelden op zeer verschillende manieren toch dezelfde vraag: hoe verhoud ik mij persoonlijk tot deze crisis en tot de wereld (inclusief het economisch model) waarin ik leef? Het lijkt de kern te zijn van de vraag die tien avonden de gemoederen bezighield. Juist zulke persoonlijke reacties namen het verschijnsel 'economische crisis' serieus. En juist die bijdragen zorgden er voor dat het tien inspirerende, overweldigende en bomvolle avonden waren.
Maquette voor de toekomst
De veelheid aan bijdragen leverde ruimte op om in cirkelbewegingen een maatschappelijk vraagstuk onder de loep te nemen. Theater verhoudt zich tot de wereld waarin het wordt gemaakt, ook als dat niet in één opslag is vast te stellen. In Frascati, een internationaal georiënteerd theaterhuis midden in de stad Amsterdam, heerst een vanzelfsprekend verlangen om deuren en ramen open te zetten en de actualiteit binnen te slepen. Een verlangen om dwars op de reguliere programmering een open laboratorium te kunnen creëren waarin kunst, wetenschap en media zich verhouden tot de samenleving.
Opvallend aan tien avonden Crisis in Frascati was dat de filosofen, journalisten, politici en financiële experts zonder uitzondering scherp en helder stelling namen. Zij deden uitspraken, riepen debat op. Zij spraken over het heden. De theatermakers daarentegen zochten omwegen. Zij zaaiden een vaak woordloze twijfel. Theater onderzoekt de onderstromingen: hoe het menselijk onvermogen leidt tot een breder en maatschappelijk onvermogen. En juist de combinatie van wetenschap, politiek, filosofie met de kunst is zinvol gebleken. Dennis Molendijk schreef:
"Juist door op één avond én een documentaire te zien én een debat én een voorstelling én een performance én persoonlijke statements, word je er van bewust dat er nooit één waarheid is. Je wordt verleid om je eigen gelijk (of twijfel) voor de duur van de avond in de arena te gooien. En dat met het risico dat je daardoor op andere gedachten wordt gebracht of mogelijk zelfs verder in de war raakt."
Theater is doen alsof. Die fictieve werkelijkheid is altijd het uitgangspunt. Het is een uitnodiging aan de toeschouwer: speel het spel mee, geloof voor de duur van de voorstelling in de fictieve constructie die je wordt geboden. Deze tien avonden bleek het theater letterlijk een vrijplaats: een plaats om je uit te spreken. Om hardop te denken. Om terug te kunnen komen op eerdere uitspraken, om vertwijfeling uit te schreeuwen of bange vermoedens te fluisteren. Stel dat er nu een krach komt die de recessie van de jaren '30 van de vorige eeuw overtreft? Wat dan? Stel dat geld niets meer waard is, stel dat 'het systeem' niet meer werkt? Wat dan? Wat zijn of worden dan de pijlers van de samenleving?
Deze denkoefening hield tien avonden lang de gemoederen bezig. De eindconclusie van belegger Ramzi Saouma was winst in euro's, maar de werkelijke winst bestond uit inzicht, uit een nieuwe of bredere kijk op de wereld.
Hoe concreet kun je in het theater actuele maatschappelijke verschijnselen agenderen? Met andere woorden: hoe letterlijk kan, mag of moet theater zich verhouden tot de omringende wereld? Crisis in Frascati zocht woorden en gedachten over een concreet maatschappelijk vraagstuk, maar parallel daar aan ook een nieuwe vorm om over de samenleving na te denken. Een vorm van theater waarin 'echt' en 'fictief' in elkaar overlopen. Een vorm van theater waarbij oprecht wordt nagedacht over al dan niet fictieve toekomstscenario's. Een politicus neemt deel aan een debat, maar schrijft ook een toneelfragment. Een theatermaker tracht een icoon van het kapitalisme te doorgronden door hem of haar een lichaam en een stem te geven. De Centrale Bankier denkt hardop na over de toekomst. Fictief, maar toch...
Kunstenaars, wetenschappers, politici en filosofen dachten tien avonden hardop na over de stand van het gewas in de samenleving. Zij hebben zich op elkaars terrein begeven en via de verbeelding een poging gedaan zicht te bieden op wat de onderliggende stromingen zouden kunnen zijn. Dat is de kracht van 'onderwater kijken'. Dat is de droom het theater een laboratorium te laten zijn voor het heden, om zo een maquette te kunnen bouwen voor de toekomst.
Vertrouwenscrisis
De aanduiding 'kredietcrisis' dekt niet de lading van de crisis die zich vanaf de herfst van 2008 openbaarde en in maart 2009 ook in Frascati onderwerp van gesprek was. De financiële crisis is vooraleerst een vertrouwenscrisis. En dat gebrek aan vertrouwen wordt op allerlei domeinen steeds manifester: onze maatschappij is onderhevig aan een verregaande mate van autoriteitsinflatie. Het vertrouwen in de medische wetenschap botst hard op de waarheden van het internet. De leidende rol van de religie lijkt gemarginaliseerd en de politicus is manager geworden van een grote groep boze stemmen. Het vertrouwen in de traditionele autoriteiten als de dokter, de pastoor en de politicus staat op losse schroeven. Wie beschouwen we nu nog als autoriteit? En is autoriteit nog noodzakelijk? Wat komt er voor in de plaats? Daarover zal nu in de theaterzalen van Frascati hardop verder worden gedacht.
Als een vervolg op een maand Crisis in Frascati organiseerden we op 19 februari 2010 een avond in een nieuwe serie met ditmaal als titel De Vertrouwenscrisis. Opnieuw was er debat en toneel, waren er manifesten en documentaires. In die nacht viel het vierde kabinet Balkenende. Zowel op het Binnenhof als in Frascati en waarschijnlijk ook op vele andere plaatsen in Nederland, werd urenlang gedebatteerd over vertrouwen en het gebrek daar aan. Voor ons is dit een reden te meer om ons motto voorlopig aan te houden. Komt & roert u, hardop denken kan een wonderbaarlijk medicijn zijn.
Berthe Spoelstra is huisdramaturg van Frascati.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Bas van Peijpe.
Het weblog van Dennis Molendijk is te vinden op https://crisisinfrascati.nl, evenals enkele voordrachten en foto- en filmimpressies.